oefenplezier

Nederlands, taalsystematiek thema 1

Klanverandering of geen klankverandering
Sommige werkwoorden veranderen van klank als je ze van de tegenwoordige tijd vervoegt naar de verleden tijd.

Voorbeeld: klankverandering
schrijven: ik schrijf, ik schreef (ij wordt ee)
roepen: mama roept, mama riep (oe wordt ie)
verdwijnen: hij verdwijnt, hij verdween (ij wordt ee)

Voorbeeld: geen klankverandering
spelen: ik speel, ik speelde (ee blijft ee)
horen: zij hoort, zij hoorde (oo blijft oo)
werken: papa werkt, papa werkte (e blijft e)


Klankverandering of niet?
Vul eerst de stam in de tegenwoordige tijd in.
Schrijf dan 'wel' of 'niet' achter de zin!

1. - kon ()
2. - wisselde ()
3. - kwam ()
4. - kreeg ()
5. - leefde ()
6. - danste ()
7. - zorgde ()
8. - sprong ()
9. - kuchte ()
10. - lachte ()
11. - stonk ()
12. - bracht ()
13. - antwoordde ()
14. - liet ()
15. - wachtte ()