oefenplezier

Werkwoorden (alles door elkaar).

wwschema

Gebruik het volledige schema!

Ik overmorgen jarig. (zijn)
Nelle de trap. (betreden, vt)
Célestin van het lachen. (gieren, vt)
Jij hebt me . (betrappen)
Femke verliefd. (worden, vt)
Lise het lijnstuk. (meten, vt)
Wouter heeft het record . (verbreken)
Wij met paarden. (rijden, vt)
Lander de volgende ronde in de tenniscompetitie. (halen, tt)
Xander er achteraan. (hollen, vt)
Noa en Silke op het strand. (belanden, vt)
We een hele taart op. (eten, vt)
De kinderen weinig huiswerk. (hebben, vt)
Wij hebben samen een groot paasei . (kleuren)
Wibbel ons veel wiskundetips. (vertellen, tt)
De informatie is handig! (leren)
Ik 11 jaar. (worden, tt)
Frauke & Cynthia de vragen correct. (beantwoorden, vt)
Wij samen aan deze oefeningen. (werken, vt)
De meester ons te lopen. (verplichten, vt)