oefenplezier

U9

Wat voor weer is het? = ?
het weer =
vandaag =
morgen =
het is mooi weer =
het is slecht weer =
het is warm (weer) =
het is koud (weer) =
het regent =
het sneeuwt =
het gaat mooi weer zijn =
het gaat slecht weer zijn =
het gaat warm (weer) zijn =
het gaat koud (weer) zijn =
het gaat regenen =
het gaat sneeuwen =
een paraplu =
een seconde =
opgelet, let op =
nu =
maar =
onmiddellijk, meteen =
binnen tien seconden =