oefenplezier

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

wwschema

Al deze zinnen staan in de tegenwoordige tijd!

De juf een clown op het bord. (tekenen)
Mijn nicht van dansmuziek. (houden)
De mist het zicht. (belemmeren)
Ik die twee punten met een lijn. (verbinden)
Mama mij om op straat te spelen. (verbieden)
Je moet oppassen voor de muren. (schilderen)
Samuel in het duister. (verdwijnen)
jij een berichtje naar oma? (zenden)
Papa zijn vingers aan de kaars. (verbranden)
We hebben ons vandaag niet . (vervelen)
Lien heeft een been. (breken)
Ik een vrijwilliger aan. (duiden)
Het vuur zich over de gordijnen. (verspreiden)
De kraan een diepe put in de tuin. (graven)
Aaron de kaartjes door elkaar. (schudden)