oefenplezier

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

wwschema

Al deze zinnen staan in de tegenwoordige tijd!

De fruithandelaar al zijn bananen. (verkopen)
Tristan verschrikkelijk veel. (hoesten)
De timmerman heeft een gat in de muur . (boren)
Ze van haar nieuwe pop. (houden)
je aan bij de directeur. (melden)
Wij hebben onze schoenen . (wisselen)
Jij te veel geld. (vragen)
De mountainbiker elke zondag. (rijden)
Je niet naar huis te komen. (hoeven)
De aardappelen smaken heerlijk. (bakken)
Fiend tegen haar vriendin. (schelden)
Jullie te weinig. (rusten)
ik in een grote orkaan? (belanden)
Luna van de koude. (verkrampen)
Wij over kabouters in het bos. (fantaseren)